Column en Blog
Column Jacobine van den Hoek: Dartelen
Rubriek: Column en Blog
Gepubliceerd:
Laatste update:
Auteur: Jacobine van den Hoek
Nieuwsgierig kijk ik vanaf de tuinbank op van mijn boek. Onregelmatig getrippel haalde me uit mijn concentratie. Hoog, boven op een lantaarnpaal, een paar meter bij onze tuin vandaan, staan twee duiven. Met halfgeopende snavels dartelen ze om elkaar heen. Met een schuin koppie legt de ene duif de snavel in die van de ander. Dan trekt er een zich terug. Er wordt gekoerd. Gelonkt. Opnieuw gesnaveld. Tomeloos tongzoenend tortelen ze op de paal. Ze krijgen er geen genoeg van, ze kunnen niet van elkaar afblijven en ik sla dat alles als een ongenode gast met bewondering gade. De apotheose volgt snel. Het mannetje – neem ik aan – gaat op het vrouwtje zitten. Ogenschijnlijk gebeurt er weinig. En dan is het moment voorbij. De doffer wipt van de duivin af en beide maken een in mijn oren enigszins teleurgesteld geluid. Dan begint hij zich op te doffen en ook zij fatsoeneert haar veren. Ze keren elkaar de rug toe. Het hartstochtelijke verlangen is afgenomen, de behoefte is bevredigd en beide vliegen na enkele minuten klapwiekend de blauwe lucht in, de zon tegemoet.
‘Mam, zaterdag heb ik een feestje. Mag ik daar blijven slapen?’ Vragend kijkt onze puber mij aan. Een vriendin van een vriendin viert haar Sweet Sixteen.’ Die zestiende verjaardag wordt tot mijn verbazing alleen door meisjes gevierd, een traditie overgewaaid uit de VS. Jongens, daarentegen, zijn meer dan welkom en fleuren de meidenfeestjes op. En onze zoon heeft een uitnodiging, hij wordt ‘one of the guys’. Zijn verlangende blik voert me terug naar de tortelende duiven, stralend in de zon, boven op de paal. ‘Wat leuk voor je, een feestje. Wat doe je aan?’ Op feestjes worden nette blouses aangetrokken en stoere spijkerbroeken; ik ken het antwoord, maar hoor hem er graag over praten. Geduldig geeft hij de gewenste reactie en stelt daarna opnieuw zijn vraag. ‘Mag ik daar dan slapen?’ ‘Nou…’ Hoe vertederend en ontluikend ik zijn gedrag rondom meisjes ook vind, apotheosen stel ik liever uit. ‘We halen je wel op, schat. Dat is echt geen probleem.’ Slechts even glijdt er teleurstelling over zijn gezicht, maar dan vermant hij zich en begint de tafel op te ruimen. Hij heeft nog een paar dagen de tijd om ons van gedachten te laten veranderen.
De lente begint, de zon schijnt en verwarmt de grond onder onze voeten. En hoe verrot de wereld ook kan zijn, godzijdank volgt de natuur gebaande paden.
Jacobine van den Hoek