Column en Blog
Column Jacobine van den Hoek: Schoonheid
Rubriek: Column en Blog
Gepubliceerd:
Laatste update:
Auteur: Jacobine van der Hoek/H
Een zonnevlam was op weg naar de aarde. Het zou ons de dag na Hemelvaart, de dag nadat Jezus volgens het christelijke geloof opsteeg naar de hemel, naar zijn Vader, en de dag nadat ik Joost Klein in de halve finale zijn vader zag toezingen, bereiken. Op die dag stapte ik ’s morgens voorzien van water, een jas, en iets te eten op de fiets. Goedgehumeurd reed ik langs De Poel in Amstelveen naar Aalsmeer. Ik fietste naar Kudelstaart en zwaaide naar onze boot; braaf lag ‘Lady’ te wachten tot ze aandacht kreeg. Tevergeefs, ik had even geen tijd. In Bilderdam vlogen vogels met me mee, eenden kwaakten op de Langeraarse Plassen, ik groette vissers – ze lagen onder groene windluifels – en bij Alphen aan den Rijn trakteerde ik mezelf op een lunch aan de Zegerplas.
Landelijk en wereldnieuws liet ik links liggen. Van jongeren die agenten bekogelden met stenen wilden ik even niets weten. Zorgen om wereldproblemen verdwenen door alles om me heen. Herinneringen wilde ik maken, genieten van de paradijselijke omgeving die we ‘aarde’ noemen. Bloemen openden hun bladeren, bijen vlogen van stamper naar stamper en de wind waaide aangenaam door mijn haren. Ik genoot van de natuur om me heen. Voorbij Moerkapelle lonkte rivier De Rutte. Ik stapte van mijn fiets, dronk van mijn water en stak een dropje in mijn mond. Stilletjes, niet ver van vissende vissers staarde ik in kleermakerszit over het water. Nog één uur te fietsen voordat ik mijn bestemming zou bereiken. In Bleiswijk werden boten te water gelaten en net voor Rotterdam veranderde het landschap. Hoogbouw werden wolkenkrabbers, bestuurders drukten driftig op een toeter en trokken met hoge snelheid op zodra er ruimte was, maar bij de Nieuwe Maas werd het weer licht en luchtig. Via de Erasmusbrug kwam ik aan bij Hotel New York. Op het terras stond onze tafel klaar; mijn man en onze vrienden waren er nog niet. Het was half vijf.
Voldaan reden we na een heerlijke avond om half elf Amstelveen binnen. Ik was rozig van de rit, de wijn en van geluk, maar wilde de dag in stijl afsluiten. Ik overtuigde mijn man de polder in te rijden, het donker in. Er stond iets te gebeuren. In het weiland zagen we het licht. Paars, groen, stralend en schitterend. Magnetisme liet zonnevlammen dansen. Het was twee dagen voor Moederdag. Moeder Aarde toonde haar schoonheid. Deze dag, op 10 mei, zal ik nooit meer vergeten.