Column en Blog
IVN Column: Dieren voor de spiegel
Rubrieken: Column en Blog, Duurzaamheid en Natuur
Gepubliceerd:
Laatste update:
Auteur: Henk Breij, IVN Amstelveen
De Amerikaan Gordon Gallup ontwierp in 1970 een test om te bepalen of dieren hun eigen spiegelbeeld herkennen. Zo zette hij bij een chimpansee een witte stip op zijn voorhoofd en plaatste het dier vervolgens voor een spiegel. Meteen begon deaap aan de witte plek te pulken, om deze te verwijderen. Zotoonde Gallup aan dat deze chimpansee een zelfbeeld had. Testen met andere mensapen toonden aan dat ze zichzelfallemaal herkenden, evenals Aziatische olifanten, dolfijnen en eksters. Kinderen vanaf 18 maanden slaagden ook voor deze test. Het roodborstje in onze tuin heeft onmiskenbaar geen zelfbeeld. Hij komt af op de pinda’s en de nootjes die in ons krentenboompje hangen en scharrelt wat rond op de grond op zoek naar gemorste zaadjes. Dan wipt hij op het portier van de auto en begint verwoed zijn eigen spiegelbeeld aan te vallen. Als hij de pech heeft vlak bij de buitenspiegel te zitten, ziet hij zelfs twee rivalen die verdreven moeten worden, een wat vage rivaal in het zijraam een wat steviger gekleurd exemplaar in de spiegel. Hij heeft het er maar druk mee. Na verloop van tijd geeft hij de strijd weer op omdat zijn tegenstanders toch van geen wijken weten. Overigens kan het hier ook om een vrouwtje gaan, want zowel het mannetje als het vrouwtje verdedigen in de wintertijd een territorium. Zij zet daartoe ook gezang in als wapen om te laten zien dat dit gebied toch echt van haar is, zeer uitzonderlijk in de vogelwereld.
Het voorval doet me denken aan iets merkwaardigs dat wij een aantal jaren geleden in Burgers Bush meemaakten. In een kleine tropische kas vol met mooie planten vlogen ook wat tropische vogels rond. Om de vogels op naam te brengen lag er een soort ringbandboek aan een ketting met vogelplaten waar de namen van de vogels bij stonden. Toen we een kleinevogel met een bruin kopje zagen bladerden we net zo lang tot we de overeenkomstige vogel in de ringband zagen. Het bleek om een grijze snijdervogel te gaan, een soort die in Azië veel voorkomt. We lieten het boek vervolgens op die pagina open liggen, hetgeen de vogel in een toestand van razernij bracht. De afbeelding werd onstuimig aangevallen, er werd naar gepikt en op gepoept. Die gaat zeker niet slagen voor de Galluptest zeiden wij tegen elkaar. Om de vogel uit zijn lijden te verlossen hebben we het boek maar dicht geslagen toen we de kas verlieten.
In Gambia werden we een keer gewekt door een roodsnaveltok die ’s morgens om 7 uur op ons slaapkamerraam begon te hameren. Een kamer verderop was al een ruit gesneuveld. Precies wat de bedoeling was van deze tok, een gebroken ruit betekent in ieder geval één rivaal minder in het territorium.
Vogels die wat minder territoriaal zijn hebben veel minder last van spiegelbeeldvijanden dan roodborstjes. Men denkt dat het ontbreken van de rode borst bij juveniele roodborsten ertoe bijdraagt dat de ouders hun eigen kroost niet doodpikken. Dat lieve vogeltje, met die mooie rode borst, is in werkelijkheid een gevleugelde helleveeg. Het rood op de borst van rivalen werkt als een spreekwoordelijke rode lap op een stier.
Foto en column zijn van Henk Breij