Column en Blog
Column Jacobine van den Hoek: Billy
Rubriek: Column en Blog
Gepubliceerd:
Laatste update:
Auteur: Jacobine van den Hoek
Hij buigt zijn achterpoten, gaat zitten en zet zijn voorpoten netjes tegen elkaar aan. Billy wacht. Het duurt lang. Te lang. Ongerust spitst hij zijn oren. Hoort hij iets? Is er beweging achter de deur? Niets. De glazen deur blijft gesloten. Er liggen brieven op de grond, precies onder een zilverkleurige gleuf. Normaal ligt er niets op de mat. En er is iets wits op de deur geplakt, een papier met letters erop. Hij kan het niet lezen, dat heeft zijn baasje hem nooit geleerd.
‘Ach, kijk Billy nou?’ roept Mandy vertederd. ‘Hij begrijpt er niets van.’ Ze drukt de nepbonte kraag van haar jas tegen haar wang en trekt haar muts iets verder over haar oren. ‘Wat staat er? Kun jij dat lezen, Eise?’ Met zijn zware stem leest Eise de tekst voor:
“Nugget, Senna, Billy, Toos, Coco, Bench, Ziggy, Ronja, Luca en al onze lieve hondenvrienden en vriendinnen. Jullie zullen het wel door hebben, wij hebben helaas onze deur (weer) moeten sluiten. Wij laten jullie natuurlijk niet voor niets voor de deur zitten en daarom staat er achter de bank, bij je linkerpoot, een koekjesbak. Dus vraag even aan je baasje of die er twee koekjes uit wil pakken. We missen jullie. Heel veel liefs, Team De Kapper.”
Ongeduldig schraapt Billy met zijn poot tegen de deur. Het duurt nu wel erg lang. En wat doet zijn bazin nu? Ze bukt en pakt iets achter de bank vandaan. Nog voordat hij het koekje ziet, ruikt hij het al. Enthousiast staat hij op en begint te kwispelen. Mandy houdt hem het lekkers voor en zonder aarzelen hapt hij de koekjes weg. Toch ervaart het vreemd, dit keer. Niet omdat de koekjes een beetje week zijn of omdat het zijn eigen bazin is die hem een aai over zijn kop geeft. Nee, hij wil gewoon dat die glazen deur opengaat en dat hij binnen zijn koekjes kan halen. Zoals altijd. Hier klopt iets niet. En dus gaat hij weer zitten. Ze doen de deur wel open, zijn vrienden van De Kapper. Dat doen ze altijd.
‘Billy? Kom!’ Mandy en Eise zijn de Dorpsstraat al ingelopen. Dan loopt Mandy terug en steekt haar hoofd om de hoek. ‘Hij wil niet. Ach Eise, zie hem nu zitten wachten.’
Ze komen wel. Ze missen hem toch? Hij wacht net zo lang tot de deur weer opengaat.