Column en Blog
Column Jacobine van den Hoek: Overbelast
Rubriek: Column en Blog
Gepubliceerd:
Laatste update:
Auteur: Jacobine van den Hoek
Ze kermde van de pijn. ‘Ik houd het niet meer. Ik moet eruit.’ Vertwijfeld hielp ik haar uit de rolstoel die ik bij de ingang van het ziekenhuis had gevonden. Daar stonden we. Voor ons een lange witte gang. De rode lijn die we dienden te volgen om bij orthopedie te komen als een langgerekt bloedspoor op de vloer. We moesten verder. Dus liet ik haar weer zakken op de zitting en duwde ik haar zo voorzichtig mogelijk, maar tegelijk zo snel als ik durfde naar de orthopedische afdeling.
‘Hoe is de naam?’ De vriendelijke zuster zocht in het systeem maar vond niets. Radeloos herhaalde ik de achternaam. ‘We zijn doorverwezen door de huisarts. Er is gebeld!’ Hoofdschuddend bekeek ze het scherm. Mijn moeder kreunde en vroeg smekend of ze uit de stoel kon worden gehesen. ‘Ah, u moet naar de spoedeisende hulp. Dat is wel even lopen.’ Wanhopige keek ik naar mijn moeder, en naar de rolstoel alsof het een martelapparaat was. We moesten weer.
Ruim een kwartier later – het leek uren – lag ze in een bed in een kamer bij de Eerste Hulp van het OLVG West. Als junkies smeekten we om pijnstillende medicatie. Die werkte onvoldoende, maar alle beetjes hielpen. De pijn in haar knie was te hevig. Onmenselijk. Naast ons lag een vrouw met een afgesneden vinger. Ze sprak in een taal die ik niet herkende. Huilde. Haar man belde wanhopig naar kennissen en vroeg in het Engels of hij geld mocht lenen. Ze waren onverzekerd en hij moest €300 aanbetalen. Hij had het niet. Uren later werd de vrouw door een plastisch chirurg met haar team, op een paar meter afstand van ons, geopereerd. Er waren geen operatiekamers beschikbaar. Intussen had mijn moeder een nieuwe shot morfine gekregen en lag aan de andere kant van ons een vrouw met rugpijn. Ze weigerde te vertrekken: de ambulancebroeders hadden dozen in haar gang gezet, zo kon ze niet terug naar huis, vond ze.
‘Het spijt me dat het erg lang duurde. U moet worden geopereerd, maar er zijn geen bedden en er is geen ambulance beschikbaar om u te transporteren. We zoeken verder. Nog even geduld.’ De orthopeed keek verontschuldigend. Uren later hielp een verpleger haar in de ambulancehal uit het ziekenhuisbed onze auto in. Die nacht zou in Amersfoort een bed vrijkomen. Ineens raakten nieuwsberichten over overbelasting van de zorg ons bestaan.