Column en Blog
Column Jacobine van den Hoek: Broodnodig
Rubriek: Column en Blog
Gepubliceerd:
Laatste update:
Auteur: Jacobine van den Hoek
Het is vroeg. Mannen van de bouw werken aan het nieuwe schoolplein van het Hermann Wesselink College. Samen met een meisje van zijn jaar stapt hij precies één minuut voor acht de school in. Ze kijkt hem aan, ze denkt dat hij zich ook om acht uur moet melden. Schutterig wuift hij met zijn hand. ‘Ik heb geen ‘te-laatje’, maar… ik ga effe pissen. Zie je.’ Ze glimlacht. Even is hij bang dat ze hem doorheeft. Een warme blos trekt via zijn hals naar zijn wangen en hij wendt zich snel van haar af. Het is goed dat zij het merk van zijn jas heeft gezien, hij zag haar kijken. Het merk staat groots op zijn rug. Tot zijn stomme verbazing zag hij hem hangen bij de kledingbank en toen de jas bleek te passen heeft hij drie dagen met een ‘big smile’ rondgelopen. Op de wc staart hij in de spiegel. De rode kleur is weggetrokken, zijn huid is nu bleek en accentueert de kringen onder zijn ogen. Hij vloekt hartgrondig en gooit gefrustreerd koud water in zijn gezicht. Dan kijkt hij op zijn horloge. Het is vijf over acht. Hij heeft nog tien minuten.
Tot zijn opluchting loopt er nu niemand bij de hoofdingang van de school. Met gebogen hoofd, laaghangende schouders en de capuchon van zijn hoody over zijn hoofd getrokken nadert hij de balie van Roads. Hij negeert het bordje waarop de Panini Kip en de drankjes worden aangeprezen. Zijn klasgenoten betalen ze zonder te knipperen met hun ogen. Hij laat altijd alles aan zich voorbijgaan. Tegen zijn vrienden zegt hij dat hij ze smerig vindt. Vooral die zoete drankjes. ‘K-troep,’ zegt hij stoer. Ze moeten eens weten. Vreemd eigenlijk, dat ze hem geloven. Nou ja, gelukkig maar.
Het tafeltje met ontbijtspullen voor leerlingen die dat nodig hebben, staat naast de balie van Roads. Verdekt opgesteld. Dat wel. Zo snel als hij kan grijpt hij een appel, een broodje kaas, en een krentenbol. Hij kijkt om zich heen, ziet alleen een docent – de man staat met zijn rug naar hem toe – en hij pakt snel een extra broodje kip uit de schaal. Haastig propt hij alles in zijn tas. Hij voelt nu zijn buik nog niet, maar hij weet dat het niet lang zal duren voordat zijn lichaam gaat borrelen als modder in een modderpoel. Beschamend! Dat wil hij voorkomen. In een hoek pakt hij een stoel en eet zijn eerste broodje op. Zijn moeder zal trots op hem zijn.