Column en Blog
Column Jacobine van den Hoek: Zie je me
Rubriek: Column en Blog
Gepubliceerd:
Laatste update:
Auteur: Jacobine van den Hoek/H
Herkent hij je nou niet?’ Ze schiet vol ongeloof in de lach. ‘Ach. Dat ben ik intussen van hem gewend,’ zeg ik met bravoure. Ik ben op een feestje bij mijn jeugdvriendin in Amsterdam. De man, die zojuist iedereen, behalve mij, in ‘ons kringetje’ vrolijk omhelsde ken ik een jaar of twintig. Ooit zijn we met elkaar in Frankrijk geweest. Er was een mooi huis, drank en er waren veel mensen. We kennen elkaar goed.
‘Ik vind het vreemd,’ zegt ze. Haar ken ik net zo lang. ‘Ik ook,’ zeg ik eerlijk. ‘Hij doet dit al jaren. Als ik nu bij hem ga staan, keert hij mij de rug toe.’ ‘Nee! Probeer eens!’ Ik aarzel. Op zich zie ik de lol er wel van in, maar toch voel ik me er te goed voor. ‘Ach,’ zeg ik weer. ‘Het is zijn probleem.’ Ze kijkt me aan. ‘Dat is krachtig. Heb je het hem nooit gezegd?’ ‘Nee.’ ‘Dat moet je doen. Hij is zich er vast niet van bewust. Vroeger voelde ik me ook altijd klein bij hem. Dat heb ik eens uitgesproken, daarna was de lucht geklaard. Hij is leuk, in een groep blaast hij zich op, maar hij heeft nooit een oordeel. Echt.’ ‘Nou…’ Ik kijk bedenkelijk. ‘Je begrijpt dat ik niet gek op hem ben.’ Ze legt haar hand op mijn arm. ‘Ga naar hem toe. Praat met hem. Ook al zijn we op een feestje.’ ‘Ach.’ Ik wuif het idee weg. Waarom energie steken in iemand waar ik niets mee heb? ‘Ik zal ooit iets verkeerds gezegd hebben. Geen idee wat. Iets.’ ‘Zie je!’ Ze lacht triomfantelijk. ‘Je geeft jezelf de schuld. Zijn gedrag doet je pijn.’ ‘Nou…’ Ik aarzel. ‘Ja, natuurlijk,’ beken ik ten slotte. Want het is waar, niemand wil genegeerd worden. We willen gezien worden. ‘Hey!’ Een vriend komt bij ons staan. Het gesprek krijgt een andere wending. Vanuit mijn ooghoeken zie ik de man in zijn eentje staan. Hij gaat zitten op een bank en niet veel later voegt iemand zich bij hem.
Bij mijn afscheid omhels ik iedereen. Hem zeg ik gedag. Iets te hartelijk. Hij reageert overdreven. Of verbeeld ik me dat? Terwijl ik terug naar huis fiets neem ik me voor dat ik hem de volgende keer aan zal spreken. Na een wijntje. Of twee. Het is tijd voor opheldering. Laten we elkaar gaan zien.