Duurzaamheid en Natuur
IVN Column Ton Zijp: In een klap!
Rubriek: Duurzaamheid en Natuur
Gepubliceerd:
Laatste update:
Auteur: IVN
Het breedvoetvliegseizoen loopt alweer op zijn einde, maar dat deze afgelopen maanden aan de gang was, zal vast aan veel mensen voorbij zijn gegaan. Het hoogtepunt was dan ook gedurende de herfstmaanden, de tijd van het jaar dat de meeste mensen denken dat insecten een veilig heenkomen hebben gezocht of dat snel zullen doen.
Maar breedvoetvliegen zijn afhankelijk van paddenstoelen. En hoewel het hele jaar door aanbod van zwammen in de natuur te vinden is, groeit het overgrote deel tijdens de herfstmaanden.
Buiten mag het nat zijn, binnenin de verschillende paddenstoelen (iedere soort breedvoetvlieg heeft zo zijn eigen voorkeur) heerst het juiste klimaat voor de eitjes van de breedvoetvliegen. De eitjes worden larven en in die hoedanigheid verblijven ze na afscheid van hun eerste onderkomen in of op de grond, beschermd door een humuslaag van bladeren, takken en naalden. Eind maart/begin april kunnen dan de eerste soorten weer vliegend waargenomen worden.
De reden voor de benaming 'breedvoetvlieg' laat zich natuurlijk raden, maar je hebt een goede bril nodig om de bredere achterpootjes te kunnen ontwaren. Overigens hebben ze dat niet allemaal, maar indien aanwezig kan je aan de snelle wendingen die ze op bladeren maken merken dat ze er zijn.
Een aantal jaren geleden, bij de uitgave van een overzicht van de breedvoetvliegen die hier voorkomen, hebben ze allemaal een Nederlandse naam toebedeeld gekregen. Erg prettig, want zo'n naam geeft meteen een (ultra-)korte beschrijving van wat je van het insect kan verwachten. Vooral als ze verwijzen naar de waardpaddenstoel kan dat handig zijn. Kom je bijvoorbeeld een breedvoet tegen op of vlakbij een honingzwam, dan heb je een goede kans dat het om de grijze honingzwambreedvoetgaat. Zo'n beetje de meest algemene breedvoet die in regio Amstelveen rondwaart.
Pech met gokken als het dan toch de rode honingzwambreedvoet blijkt te zijn, die slechts een halve maand eerder verschijnt en verdwijnt.
Herken je een van de twee soorten zonder de begeleidende paddenstoel te hebben waargenomen, dan weet je dat die niet ver weg kan zijn. Daar is vanwege de grootte van de vliegen enige oefening voor nodig.
Van de 36 soorten breedvoetvliegen is de tonderzwambreedvoet zo'n beetje de bekendste. Niet bij het grote publiek, maar wel bij de paddenstoelliefhebbers. Deze breedvoet veroorzaakt namelijk de enige gallen die op paddenstoelen voorkomen. Als je deze tepelgallen op een tonderzwam tegenkomt, weet je meteen dat je met een platte tonderzwam te maken hebt en niet met een sterk gelijkende dikrandtonderzwam. Twee determinaties in één klap.
De column is geschreven door Ton Zijp en de foto is van Henk Breij.