Column en Blog
Jay Muller: “De veranderingen aan mijn lichaam zijn zó leuk”
Rubriek: Column en Blog
Gepubliceerd:
Laatste update:
Auteur: Provincie Noord-Holland
Bij Pride Amsterdam varen 26 inwoners van Noord-Holland mee op de provincieboot. Door tijdens de botenparade hun verhaal te delen willen ze bijdragen aan meer acceptatie van de LHBTQ+ gemeenschap. Deze serie portretteert 4 deelnemers. In aflevering 3: Jay Muller (27) uit Amsterdam. “Ik was een bittere, ongelukkige vrouw, maar nu ben ik de gelukkigste man op aarde.”
Jay Muller: “Mijn omgeving reageerde heel lief toen ik op mijn 24ste uit de kast kwam als trans man. Familieleden gingen meteen oefenen met mijn nieuwe naam. Toch had ik me druk gemaakt om mijn coming-out. Ik weet nog dat ik met een steen in mijn maag naar mijn moeder ging. ‘Mama, ik voel me geen vrouw’, gooide ik eruit. Ze pakte me vast en zei ‘ik hou van jou’. Toen dacht ik: ‘heb ik hier nou wakker om gelegen?’ Ook mijn vader reageerde positief. Hij gaf mij – de kleinste van zijn 8 kinderen – meteen een bijnaam: Biggie Boy. Dat voelde goed.
Ik wilde zo snel mogelijk starten met mijn transitie, maar de huisarts zei dat het VU-ziekenhuis een wachtlijst van 2 jaar had. Dat was een dreun. Uiteindelijk duurde het wachten bijna 3 jaar. Met de pandemie erbij was het niet te doen. Ik werd depressief en agressief. Mijn toenmalige relatie zei op een gegeven moment: ‘jij gaat nú hulp zoeken of ik kick je het huis uit’.
Mentale muur
Bokscoach Frank Rigter was mijn lifesaver. Hij leerde me omgaan met woede. Dankzij Frank kwam ik erachter dat je lijf en je mentale gezondheid 1 geheel zijn. Wanneer hij me fysiek afbeulde, verviel mijn mentale muur. Zo leerde ik boksen én praten over wat diep in me zat weggestopt. Wat ik tegenkwam? Mezelf. Jarenlange opgekropte pijn, boosheid en frustratie.
Dat ik 2 jaar had rondgelopen met een eierstoktumor was mijn grootste trauma. Ik voelde dat er iets mis was, maar niemand geloofde me. Ze vonden me een aansteller. Tot het misging en ik maar net overleefde. Daarover zat zoveel woede in me. Het klinkt gek, maar Frank sloeg dat los. Dat was nodig. Door fysiek kapot te gaan, kun je mentaal dieper graven.
Zelfhaat
Lange tijd was ik een hele bittere, ongelukkige vrouw. Als ik naar mezelf keek, voelde ik tot walging aan toe dat het niet klopte. Mijn zelfhaat uitte ik naar iedereen – ook naar andere trans mensen. Hoe? Door ouderwetse denkbeelden te ventileren. Zoals: een man is sterk en moet geld verdienen; vrouwen moeten thuisblijven en het huishouden doen. Ik kwetste bewust. Als ik een man met make-up zag, zei ik: ‘what the f*** draag jij make-up, je bent een man!’
Dankzij het boksen kwam ik de wacht- en coronatijd door. Sinds ik aan de testosteron zit, ben ik de gelukkigste man op aarde. De veranderingen aan mijn lichaam zijn zó leuk! Elke keer zie ik weer iets nieuws. Zo viel me laatst op dat er ellebooghaar groeit! Ik ben inmiddels 20 kilo afgevallen en zie eruit als een tank met een sixpack. Als ik in de spiegel kijk, denk ik: ‘dit ben ik – het klopt!’ De kracht, de vorm van mijn lijf, m’n berennek. Ik ben supertrots. ‘Wat ben je lief en rustig geworden’, hoor ik nu vaak. Een groot compliment voor iemand die lang verbitterd was.
Compliment
Boksen heeft me zoveel gebracht. Ik doe dat nu 3 tot 4 keer per week bij boksvereniging VBSK op de Albert Cuyp. Via mijn positie als bestuurslid bij kunst- en lifestyleorganisatie TransAmsterdam probeer ik andere trans personen te inspireren ook te gaan boksen. Wat ik zo mooi vind van TransAmsterdam, is dat iedereen met elkaar kan samenwerken. Dáár gaat het om. Niet om wat er in iemands broek zit.
Ik heb mijn genderidentiteit en geaardheid – bi – volledig omarmd. Met mijn verhaal wil ik mensen inspireren open te staan voor trans en non-binaire personen. Ik hoop dat op termijn het klassieke man-vrouwbeeld verdwijnt. Dat is een naar, achterhaald beeld. Ik weet zeker dat iedereen kan veranderen. Die les heb ik van mezelf geleerd.”
Lees alle verhalen van onze Pride-deelnemers.
Foto pixabay