Column en Blog
Alles wat in drieën komt
Rubrieken: Column en Blog, Conchita Willems
Gepubliceerd:
Laatste update:
Auteur: Kees & Conchita
Met kinderen in de klas maakten wij eens deze trekpop. Met goed horen, goed doen en goed voelen als focus bij het maken. Want wie trekt de pop? Doe je dat zelf? In de Griekse oudheid was het getal 3 het toppunt van volmaaktheid (omne trinium perfectum: elke drievoud is volmaakt). We roepen drie maal Hoera en we kennen het spreekwoord ‘Alle goede dingen bestaan in drieën’. Tegenwoordig luidt de betekenis van het spreekwoord, dat als je twee keer een meevallertje gehad hebt, het vaak nog een derde keer gebeurt. En dat vinden niet alleen wij Nederlanders, maar ook internationaal wordt het spreekwoord gebruikt: ‘All good things come in threes’.
Wij onderzochten in NRC-interview van Paul Luttikhuis d.d. 28 juni 2022 de visie van Ronald Rovers. Hij is van huis bouwfysicus met als specialiteit volhoudbaar leven. Rovers ziet zijn visie graag aan de hand van een eiland. Stel: je spoelt aan op een eilandje van 2 hectare, zo’n 3 voetbalvelden groot. Er staan een paar bomen, er is een beetje zoet water, er zijn bessen om te eten. En dat is het. Wat doe je dan? Je wilt graag een dak boven je hoofd. Maar als je daarvoor een boom kapt, duurt het zeker 40 jaar voor je weer een nieuwe hebt. Als je ook een vissersbootje wilt bouwen ben je snel je bomen kwijt. Bovendien heb je om te vissen een vishaak nodig. Misschien lukt het om wat metaal te winnen uit sedimentair gesteente, maar metaal smelten en bewerken kost veel energie. Dus daar gaat je hout. Met wat geluk ontdek je ergens kolen of olie. En wees zuinig, want hier geldt: op is ook echt op.
Aan de hand van het geschetste eiland schetst hij dilemma’s waar wij voor staan. De 2 hectare is ongeveer de oppervlakte waarop iemand recht zou hebben als al het land op de planeet eerlijk wordt verdeeld. Voor echte duurzaamheid kan de mens niet meer gebruiken dan wat die 2 hectare opbrengt. Om er toch overheen te gaan als individu of als maatschappij zijn er 2 mogelijkheden: de aarde verder uitputten of stelen bij de buren. Wie dat niet wil en de planeet niet wil uitputten, krijgt volgens Rovers te maken met belangrijke beperkingen. Wij zullen op 3 beperkingen in gaan.
Beperking 1: Het begrip duurzaamheid omkeren? De vraag is niet hoe we duurzaam in onze welvaart kunnen voorzien, maar welke welvaart mogelijk is bij een duurzaam gebruik van grondstoffen. In 1987 al definieerde een commissie van de Verenigde Naties onder leiding van de Noorse premier Gro Harlem Brundtland duurzame ontwikkeling als ‘ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder de behoeften van toekomstige generaties in gevaar te brengen.’ Volgens Ronald Rovers werd daarmee ten onrechte de mens en diens wensen en behoeften als startpunt genomen. Verkeerd standpunt. We proberen de welvaart te handhaven die we op een foute manier hebben gecreëerd. Zelfs nu we ons er langzaam van bewust worden dat het anders moet. Want welvaart beschouwen we als een belangrijke waarde in onze maatschappij. Alleen, het is een menselijke waarde, die we ons op het huidige niveau, fysisch-biologisch niet meer kunnen veroorloven. Als je de natuur niet wilt uitputten kun je van de meeste grondstoffen weinig gebruiken. Voorbeeld van olie, waarvan Rovers verwacht dat er jaarlijks mondiaal zo’n 14.000 liter wordt gevormd. Helaas lost dat niets op. Want dit is de hoeveelheid die mondiaal elke 10 seconden wordt gebruikt. De meest economische theorieën laten daarom de eindigheid van dergelijke geconcentreerde grondstoffen buiten beschouwing en hebben het alleen over hernieuwbare bronnen zoals bomen.
Beperking 2: Een circulaire economie is nog steeds lineair. We noemen een productiecyclus circulair als de grondstoffen bijna allemaal kunnen worden hergebruikt. In dat geval wordt het materiaalgebruik zogenaamd op ‘nul’ gesteld. Veel landen zoeken nu hun heil in de circulaire economie: een product zo maken dat alle grondstoffen opnieuw gebruikt kunnen worden. Een foute redenering. Wat we nu circulair noemen is niet anders dan lineair vertragen. Doen wat we altijd al deden, maar net iets beter. Moeten we zeker ook doen. Zorgen dat de spullen langer meegaan, dat ze gerepareerd kunnen worden en dat alle materialen hergebruikt worden. Maar we moeten niet doen alsof het circulair is als je voor het beginproduct nieuwe grondstoffen nodig hebt waarvan de voorraden niet hersteld worden. Voorbeeld: in het Verenigd Koninkrijk wordt 55% van de aluminium drankblikjes gerecycled. Best veel. Stel dat alle blikjes na 60 dagen leeggedronken zijn. Op dat moment is dus 45% van het aluminium verloren gegaan. In de volgende cyclus gaat van de volgende 55% weer 45% verloren. Doorrekenend ben je per jaar 95% van het aluminium kwijt waar je het jaar mee begon. In dat tempo raken metalen snel uitgeput. Of nee, grondstoffen raken niet uitgeput. Probleem is dat ze steeds moeilijker te winnen zijn. Alleen nog in verdunde vorm of op plekken onder de oceaanbodem waar je er moeilijker bij kunt. En hoe meer energie het kost om ze te bemachtigen, hoe meer windmolens je moet bouwen om die metalen uit de grond te halen. En daarvoor heb je juist extra metalen nodig. Die sommetjes worden helaas veel te weinig gemaakt. Het is een slang die in zijn eigen staart bijt.
Beperking 3: Groene groei bestaat niet. Het is een fysisch gegeven dat groei aan de ene kant altijd verlies ergens anders betekent. Bijvoorbeeld verlies van grondstoffen, uitputting van vruchtbare aarde, verlies van biodiversiteit en klimaatverandering. In een ver verleden konden we groeien omdat hele gebieden op aarde niet door mensen bezet werden. We vormden kolonies en ontwikkelden onontgonnen gebieden. Maar met 7,5 miljard mensen en een groeiende wereldbevolking is er geen ongebruikt land meer over. Groei is dan alleen nog mogelijk door meer uitputting van de aardse bronnen, met meer nadelige gevolgen. De vraag is hoe je de bestaande bronnen eerlijk verdeelt. Heel leuk dat we hier allemaal windmolens bouwen, maar dat kost ongelooflijk veel grondstoffen. Meer dan we ons kunnen veroorloven. Tegelijkertijd heeft nog steeds een miljard mensen helemaal geen elektriciteit. Begin daar, en laten wij genoegen nemen met wat we al hebben aan duurzame energie. Dat betekent veel minder energie gebruiken. De economie eerder laten krimpen dan groeien. Neem de auto als voorbeeld. Gaat het om het object zelf of om zijn functie? Om de functie? In dat geval is de auto niets anders dan een middel om je te verplaatsen. En dan heb je ook genoeg aan een aantal deelauto’s per wijk. Dat scheelt een hoop grondstoffen. Hoewel, als de bewoners evenveel blijven rijden en elke auto gemiddeld gedeeld wordt door 10 inwoners dan slijt elke auto ook gemiddeld 10 keer zo snel. Past individuele mobiliteit wel in een volhoudbare samenleving?
De trekpop als metafoor voor eigen doen en laten. Hoop maakt het onmogelijke mogelijk! Laten we geloven in de macht van grenzen aan wensen. Onze druppel op de gloeiende plaat doet er toe! Feitenkennis alleen is niet voldoende. Gevoelservaring is super belangrijk! Het begrip 'milieu' zien als een eenheid, want beschouwen we onszelf en de aarde als twee verschillende entiteiten? Liefde voor Moeder aarde brengt tot consuminderen. Doen en laten begint met kleine initiatieven in de samenleving. De economische benadering alleen is niet voldoende om de natuur te beschermen en klimaatverandering tegen te gaan. Hoop doet leven. Niet als nobel streven. Als existentiële boodschap ter bemoediging! In onze volgende column gaan we 3 andere beperkingen bekijken die Rovers ons voorschotelt. Graag tot dan!
Kees en Conchita Willems