Duurzaamheid en Natuur
Klimaat- en energieverkenning 2022 van Planbureau voor de Leefomgeving
Rubriek: Duurzaamheid en Natuur
Gepubliceerd:
Laatste update:
Auteur: PBL
Om klimaatverandering tegen te gaan moet Nederland meer doen om de klimaatdoelen te halen. Dat blijkt uit de zogenoemde Klimaat- en Energieverkenning, de KEV, een jaarlijkse rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving, in samenwerking met onder meer het CBS, RIVM en TNO.
Planbureau voor de Leefomgeving
De jaarlijkse Klimaat- en Energieverkenning wordt voorgeschreven door de Klimaatwet en geldt als één van de verantwoordingsinstrumenten van het Nederlandse klimaat- en energiebeleid. De broeikasgasuitstoot in Nederland daalt naar verwachting met 39-50 procent in 2030 ten opzichte van 1990, uitgaande van het vastgestelde en voorgenomen beleid. Daarmee is het kabinetsdoel om in 2030 55 procent minder uit te stoten dan in 1990 nog niet in zicht.
Hogere klimaatambitie vergt snellere uitvoering en meer beleid
Een snellere uitvoering van de bestaande plannen én formulering van aanvullend beleid zijn nodig om het Nederlandse klimaatdoel in 2030 te halen. Het kabinet heeft in het coalitieakkoord een flink pakket aan klimaatmaatregelen aangekondigd. Deze plannen leveren extra reductie op, maar de geraamde daling van de broeikasgasemissies in 2030 loopt nog niet in de pas met de aanscherping van de doelstelling van 49 naar 55 procent emissiereductie in 2030 ten opzichte van 1990. Daardoor is de afstand tot het doel in het afgelopen jaar groter geworden, terwijl de tijd om het doel te halen korter wordt. Dat blijkt uit de Klimaat- en Energieverkenning 2022 (KEV).
Op basis van concreet uitgewerkt (vastgesteld en voorgenomen) beleid is in 2030 de geraamde emissie 39 tot 50 procent lager dan in 1990. Vanwege onzekerheden zit hier een bandbreedte in. Daarmee moet nog een afstand van 5 tot 16 procentpunt (ofwel 12 tot 36 megaton) overbrugd worden tot het doel van 55 procent emissiereductie in 2030. Een deel van de nog niet uitgewerkte plannen (geagendeerd beleid) uit het Coalitieakkoord kan in 2030 voor 5 à 6 megaton extra emissiereductie zorgen. Hieronder vallen maatwerkafspraken met grote uitstoters, productie van groene waterstof in de industrie, normering van de hybride warmtepomp, prestatieafspraken met woningcorporaties en verduurzaming van maatschappelijk vastgoed.
Belangrijk deel klimaatplannen nog onvoldoende uitgewerkt
Daarnaast is een deel van de klimaatplannen nog onvoldoende uitgewerkt om een effect op emissies te kunnen berekenen. Hieronder vallen onder meer Betalen naar Gebruik voor personen- en bestelauto’s, aanpassingen aan de energiebelastingen, het samenhangend pakket verduurzaming glastuinbouw en het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG; gericht op opgaven in het landelijk gebied, waaronder terugdringen van stikstofuitstoot). Dit deel van de klimaatplannen zou, uitgaande van eerdere reductie-inschattingen van het kabinet, hooguit 10 megaton extra emissiereductie kunnen opleveren. Ook hiermee wordt het klimaatdoel niet met voldoende zekerheid gehaald. Tot slot wordt over verschillende beleidsplannen in de Europese pakketten Fit for 55 en REPowerEU nog onderhandeld door de Commissie, het Europees Parlement en de lidstaten. Deze plannen scheppen naar verwachting aanvullende opgaven voor de Nederlandse overheid en daaruit voortvloeiend beleid kan op termijn extra emissiereductie opleveren.
https://www.pbl.nl/publicaties...
Foto Pixabay