Nieuws

Simpelere tijden - Eljo Morpurgo
Rubrieken: Nieuws, Verhalen en Beelden
Gepubliceerd:
Laatste update:
Bron: Eljo Morpurgo/H
Weet je nog, die tijd dat een telefoon gewoon een telefoon was? Bij ons thuis stond dat ding trots in de woonkamer, alsof het een trofee was. Een vaste lijn, met een snoertje dat onverbiddelijk in de muur verdween, alsof de telefoon zich aan het huis vastklampte voor zijn leven. Het nummer bestond uit zeven cijfers, niks meer, niks minder. En als ik wilde bellen, moest ik eerst 25 cent in een potje gooien, want ja, communiceren was blijkbaar iets kostbaars. Het gebeurde dan ook zelden — zowel het bellen als het gebeld worden. De Nieuwenhuysenlaan was onze telefooncentrale, en niemand die ons stoorde.
Toen ik eenmaal het huis verliet, begon de technologische revolutie. Plotseling waren daar de mobiele telefoons. Mijn lief en ik kregen de allereerste Ericsson klaptelefoon in handen — je weet wel, die blauwe en gele die eruitzag alsof hij net uit een stripboek kwam. Het schermpje was zwart-wit en zo klein dat je er bijna een vergrootglas bij nodig had. Als de tekst te lang was, scrolde die tergend langzaam van rechts naar links, alsof de telefoon zijn tijd wilde nemen om indruk te maken. Je kon ermee bellen. Punt. Geen apps, geen internet, geen onzin. Gewoon een telefoon.
Ik mis die eenvoud. Tegenwoordig lopen we allemaal rond met een zogenaamde smartphone, maar ik vraag me steeds vaker af voor wie die dingen eigenlijk slim zijn. Ik begin steeds meer mensen tegen te komen die het helemaal gehad hebben met die apparaten en al die eindeloze apps die ze meeslepen. Wat ooit een handig stukje gereedschap was, is nu een draagbare dramafabriek geworden die wereldwijd ellende rechtstreeks naar je broekzak stuurt. Je zou bijna een kinderbeschermingsdienst voor smartphones oprichten, zo schadelijk zijn ze inmiddels.
Vroeger belde je gewoon even, en als je klaar was, verdween dat ding in je jaszak tot het weer nodig was. Geen stress, geen verslaving, geen constante stroom van berichten die onbedoeld ruzies veroorzaakten omdat iemand een emoji verkeerd interpreteerde. Je sprak gewoon met elkaar — in levenden lijve! En als je iets te zeggen had, ging je op bezoek. Een appje sturen met een domme spelfout die een vriendschap om zeep helpt? Onmogelijk.
Tegenwoordig heb je die telefoon zelfs nodig om jezelf te identificeren. Zonder smartphone geen DigiD, zonder DigiD geen toegang tot overheidswebsites, en zonder toegang geen enkele mogelijkheid om jezelf te bewijzen als burger. De toekomst is hier, en hij vraagt om QR-codes, wachtwoorden, verificatiecodes en een telefoon die je bijna uit frustratie tegen de muur wilt gooien — al gaat hij daar tegenwoordig wél van kapot, in tegenstelling tot die onbreekbare Nokia 3310.
Oh, die Nokia. Als je hem van een flat gooide, stuiterde hij vrolijk naar beneden, deed een pirouette op het trottoir en liet je daarna zonder problemen weer bellen. Onverwoestbaar, betrouwbaar en met dat iconische spelletje Snake dat een hele generatie bezighield. Laatst keek ik weer eens naar The Matrix, waarin die stoere Nokia 8110 een hoofdrol speelde. Die telefoons hadden nog persoonlijkheid.
Nu hebben we smartphones die allemaal op elkaar lijken: een groot, zwart scherm met een merklogo dat je vertelt dat je iets bijzonders in handen hebt, terwijl je gewoon hetzelfde apparaat vasthoudt als de rest van de wereld. Ja, je kunt ze nu dubbelvouwen, maar het blijven lompe, kwetsbare dingen die niet meer tegen een stootje kunnen. Geef mij maar die simpele tijden terug — tijden waarin een telefoon nog een trouwe metgezel was in plaats van een onmisbare tiran.
Geniet van elkaar en het leven.
