Vinkie zit nog steeds in het nest hoog in de boom. Ze moet net als haar broertjes en zusjes leren vliegen omdat ze, in de herfst, met z’n allen een grote reis gaan maken. De Grote Trek. Maar Vinkie is bang. Bang om te vallen. Bang voor de kat onderaan de boom. Bang om uitgelachen te worden. Maar vooral bang voor De Grote Trek. Waar gaat die Grote Trek naar toe? Hoe weten we de weg? Wie vliegt er voorop? Is er onderweg wel eten voor alle vogels? Op een dag vindt Vinkie de kracht en de moed om over haar angst heen te komen en vol vreugde de toekomst tegemoet te vliegen. Het decor wordt verbeeld door een ladder omgetoverd tot boom. Naast spel wordt het verhaal ondersteund door muziek en geluidjes. Naast het bespelen van de figuren, speelt de speelster zelf ook een personage in de voorstelling mee.